Op 1 juli is het in Suriname groot feest. Op die dag viert de bevolking ‘Keti Koti’, beter bekend als de ‘Dag van de Vrijheden’. Wat wordt er op 1 juli precies gevierd?
Kolonie van Nederland
Van 1667 tot 1954 was Suriname een kolonie van Nederland. Bijna 200 jaar lang werkten duizenden slaven in de kolonie. Zij waren veelal afkomstig uit Afrika. Naar schatting lag dit aantal op 40.000. Zij moesten zeer zwaar werk verrichtten op de plantages. Op 1 juli 1863 kwam daar grotendeels een einde aan. Op die dag schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Toch moesten de ex-slaven nog ruim 10 jaar lang zwaar werk verrichten op de plantages. In tegenstelling tot eerdere decennia werden zij hiervoor betaald.
De vrijheid herdacht
Op 1 juli 1863 kregen duizenden slaven eindelijk hun vrijheid. Tot op de dag van vandaag wordt dit gevierd in Suriname. Zo herinnert een standbeeld in Parimaribo aan deze tijd. Sinds 1963 staat er in de hoofdtad van Suriname een beeld van een weggelopen en weer gevangengenomen slaaf die ‘Kwakoe’ heette. Hij symboliseert het verlangen naar vrijheid. ‘Kwakoe’ betekent ‘woensdag’. Vroeger kregen slaven meestal de naam van de dag waarop zij geboren werden.
Keti Koti in Nederland
Ook Surinamers en Antillianen die in Nederland wonen vieren ‘Keti Koti’, wat ‘de gebroken ketenen’ betekent. Veel van deze mensen bezoeken het Oosterpark in Amsterdam, waar het Kwakoe Zomer Festival gehouden wordt. In hetzelfde park staat sinds 1 juli 2002 ook het Nationaal Monument Slavernijverleden.
